Interview nieuwe clustermanager GGZ Kim Veltkamp: Op weg naar toekomstbestendige zorg
Ze is al bijna zestien jaar in dienst van Riwis, in vijf verschillende functies en als lid en voorzitter van de Ondernemingsraad; Zodoende kent Kim Veltkamp de organisatie door en door. Handig, want als nieuwe clustermanager GGZ moet ze ingrijpende veranderingen vorm gaan geven omdat Riwis komende jaren voor een aantal flinke uitdagingen staat. Ze ziet de toekomst vol optimisme tegemoet: “Ik hoop dat ik met Riwis mooie stappen ga maken richting een toekomstbestendige zorg.”
Bevlogen en vastberaden professional
Na verschillende functies binnen Riwis bekleed te hebben, waaronder bij de crisisdienst, zorgtoeleiding GGZ en als lid van de ondernemingsraad, groeide Kim door naar haar huidige positie als manager GGZ. Deze rol is volgens haar het resultaat van bewuste keuzes en persoonlijke ontwikkeling. “Ik heb wel eens buiten Riwis gekeken, maar deze organisatie biedt precies wat ik zoek: een plek waar ik zowel inhoudelijk als organisatorisch een verschil kan maken. En waar ik voldoende uitdaging krijg waarbij ik bovendien de ruimte mag nemen. Ik heb echt een zorghart, dus echt op inhoud. Dat neem ik ook nu wel mee in deze functie, dat ik altijd wel voor ogen heb dat we het voor de cliënt doen, samen met de medewerkers, met elkaar. Dat geeft mij heel erg veel energie en dat is ook waarom ik heel graag binnen Riwis mezelf wil blijven ontwikkelen.
Ik denk dat als je echt iets wilt, dan is er heel veel mogelijk, maar dat moet je wel zelf creëren. Ik denk dat we toch best wel vaak verwachten dat de ander iets voor je doet. Terwijl als je echt een wens hebt, dat je daar ook zelf wel voor mag gaan staan. Dat maakt Riwis voor mij heel aantrekkelijk. Ik denk dat er medewerkers zijn die er anders over denken, maar ik vind dat juist een kracht van Riwis: Als je echt iets wil en je hebt ambitie en je bent daar eerlijk en duidelijk in, dan wordt daarnaar geluisterd.”
Gedeelde functie
Haar nieuwe functie deelt ze met Rob Maan, die de baan ook al deelde met Kims voorganger Judith Klein Gunnewiek. Maar de onderlinge taakverdeling is nu iets gewijzigd: “Rob en ik hebben een verdeling gemaakt in waarbij hij zich voornamelijk focust op de gemeente Apeldoorn en de teamleiders die hier de zorglocaties hebben. En ik ben meer voor de buitengebieden, dus voor Vaassen, Brummen, de Achterhoek. En ik ga over de medewerkers die onder het cluster ggz algemeen vallen; dus denk aan gedragswetenschappers en beleidsmedewerkers.”
Grote uitdagingen
In haar nieuwe functie staat Kim direct voor grote uitdagingen, waaronder -vanaf 1 januari aanstaande- de transitie van beschermd wonen naar een meer wijkgerichte aanpak: “De beweging is dat mensen zoveel mogelijk thuis blijven wonen. Als dat niet kan, komen ze pas in aanmerking voor intramurale zorg. Dit betekent dat beschermd wonen, zoals we dat nu kennen, gaat verschuiven naar wat we beschermd thuis noemen. Bewoners die eerder in een instelling verbleven, worden nu onze buren. Ja, en dat gaat natuurlijk niet per 1 januari direct in zijn totale omvang gerealiseerd zijn, maar dat is uiteindelijk wel waar we heen willen. En in Apeldoorn hebben we een forse opdracht om de beschermd wonen-plekken over tien jaar af te bouwen. Dus dat loopt parallel aan elkaar.”
De veranderingen per 1 januari betekent concreet dat Riwis cliënten krijgt met andere indicaties. Riwis krijgt te maken met het integrale hersteltraject (IHT), dat is een beschermd wonen variant voor thuis. “Je kan bedenken dat als er nieuwe indicaties zijn, dan gaat alles in één keer veranderen, Maar dat is natuurlijk niet waar. De cliënten populatie die we nu in huis hebben, die blijft voorlopig. Maar nieuwe cliënten die komen, daar zijn andere indicaties voor en ook de uitstroom gaat anders worden. Wat ook verandert, is dat er nu naast een ambulant team ook een team komt met medewerkers voor die integrale hersteltrajecten en daar zorg aan gaat leveren. Dat betekent dat medewerkers op een andere manier beschikbaar zijn. Onze organisatie moet voor mensen die met een integraal hersteltraject thuis wonen, ook bereikbaar en beschikbaar zijn voor zorg in de avonduren, nachten en weekenden -anders dan nu bij ambulant dat heel erg tussen kantoortijden is. Dus dat is wel echt wat er concreet anders wordt.”
Anticiperen op praktische problemen
Hoewel de volledige implementatie tijd zal kosten, staat vast dat deze verandering de kern van Riwis’ dienstverlening zal raken. De uitdaging is om de overgang zorgvuldig te begeleiden. “Wezijn nu al druk bezig. Dit jaar hebben we werkgroepen en stuurgroepen opgericht om dit ook voor te bereiden en we zijn nu bezig om ook echt een team te formeren. Dat is eigenlijk de laatste stap om medewerkers in ieder geval duidelijkheid te geven rondom de integrale hersteltrajecten en dat er straks ook een team is die er uitvoering aan kan geven. Ik verwacht dat we 2025 echt als implementatiejaar gaan gebruiken om daar mee feeling mee te krijgen. En dat de eerste trajecten gaan starten ergens in januari en we dat daarna gaan ophogen.”
Riwis moet niet alleen haar teams anders inrichten, maar ook anticiperen op praktische problemen, zoals de woningnood. Kim noemt dit een van de grootste obstakels: “Waar vinden we voldoende woningen voor cliënten? Wij hebben zelf al wat projecten opgestart, zoals bijvoorbeeld de Lavendelstraat, waarin we een samenwerking met de gemeente Apeldoorn hebben opgezocht om te oefenen en uitvoering te geven aan het scheiden van wonen en zorg, dus dat cliënten zelf huren. En vooralsnog is de zorgregio en de gemeente in gesprek met de woningcorporaties om hier urgentie voor te vragen. En tot die tijd, als er geen vastgoed is waar de cliënten kunnen wonen, wonen zij nog bij ons.
Deze transitie sluit aan bij de landelijke beweging om intramurale zorg af te bouwen. Het is een antwoord op maatschappelijke en economische ontwikkelingen: “De intramurale zorg zoals die nu is, is simpelweg niet meer houdbaar,” legt Kim uit. “We kampen met een tekort aan zorgpersoneel en middelen. Daarnaast geeft het Integraal Zorgakkoord aan dat zorg meer lokaal en wijkgericht georganiseerd moet worden.”
Aanbesteding Achterhoek
Een ander belangrijke uitdaging in haar nieuwe functie is de aanbestedingsprocedure in de Achterhoek. Kim legt uit dat dit een complex en intensief proces is, waarin visie en strategisch inzicht een cruciale rol spelen: “Twee jaar geleden zijn we begonnen met een nieuwe raamovereenkomst, en nu staan we aan de vooravond van weer een nieuwe gunning. Dat betekent dat we in een relatief korte tijdspanne opnieuw moeten kijken naar hoe we ons positioneren. Het is een heel interessant proces want het is natuurlijk je business. Je moet goed weten wat je aanbesteedt, want het heeft direct consequenties voor hoe je zorginhoud vormgeeft, welk personeel je in huis hebt. We zitten nu nog in de dialoogfase waarbij we weer vragen stellen over de behoeftes van de zorgregio, waarmee de onderhandelingen worden gevoerd, en voor de zomer moeten alle documenten aangeleverd zijn. Daarin moeten we keuzes maken en daarover zijn we met de teamleider in gesprek. Wat gaan we allemaal doen? We moeten bij verschillende gemeenten aanbestedingen doen, en de vraag is, hoe groot willen we ons werkgebied maken? Wat is realistisch? Ook wat betreft de uitvoeringseisen. Dus ja, daar ga ik nu een plan op smeden. Willen we daar nog groeien? Dat zijn voor mij wel hele leuke uitdagingen.”
“Ons goud zit in onze werknemers”
Naast de organisatorische en strategische uitdagingen, benoemt Kim ook interne vraagstukken als een belangrijk aandachtspunt. Zo ziet ze het behouden en ontwikkelen van medewerkers als cruciaal om kwalitatief hoogwaardige zorg te blijven leveren: “Het medewerkers-vraagstuk is wel echt een flinke uitdaging. Dus het krijgen van voldoende medewerkers op niveau, maar ook medewerkers behouden. Ons goud zit in onze werknemers, want zij moeten dagelijks met de cliënten werken en zonder medewerkers, geen organisatie. Dus ja, daar zit intern, vind ik, wel echt een vraagstuk. Ook het overeind houden van de rest van de medewerkers die onder druk komen te staan, dat vind ik wel echt een uitdaging. En los daarvan is de kwaliteit belangrijk, dat behoeft ook aandacht. Dat medewerkers weten wat ze aan het doen zijn, goed onderlegd zijn qua medicatie, kortom, dat ze bekwaam zijn en dat we daar voldoende aandacht voor hebben en op inzetten, met misschien wel extra scholing.
Optimistisch over de toekomst
Hoewel haar nieuwe rol dus veel uitdagingen met zich meebrengt, is Kim optimistisch over de toekomst. Ze hoopt dat Riwis in 2030 een geïntegreerd zorgaanbod biedt waarin beschermd wonen, beschermd thuis en ambulante zorg naadloos in elkaar overlopen. Voor zichzelf ziet ze ook een lange toekomst binnen Riwis. “Ik hoop dat ik in deze positie veel kan leren en samen met de organisatie mooie stappen kan maken richting een toekomstbestendige zorg.” Met een duidelijke visie en een sterk gevoel voor verantwoordelijkheid is Kim Veltkamp vastbesloten om zowel Riwis als haar cliënten naar een nieuw tijdperk van zorg te leiden.